Pitch Nathan Noorland
- Nathan Noorland

- 10 okt
- 4 minuten om te lezen
Beste Arjan,
beste zusters en broeders,
Graag neem ik u vanmiddag in gedachten mee naar het dorp Goudriaan.
Het dorp ligt in de Alblasserwaard. Een polder die eeuwenlang werd bedreigd door het water van rivieren de Lek en Merwede.
Als een storm opstak, stond de polder onder water.
Goudriaan is ook een dorp waar – tot op de dag van vandaag - de tijd soms lijkt stil te staan.
*
In het jaar 1260 kreeg men
toestemming tot het bouwen van een kerk en een altaar. – zo staat het in de archieven.
En men bouwde die kerk en het altaar vervolgens op een verhoging, een soort terp.
Waarmee de kerk óok een veilige schuilplaats werd in tijden van storm en hoog water.
De nieuwgebouwde kerk werd natuurlijk ook gewijd. Geheiligd, apartgezet voor de dienst aan de God van Israël, die in Christus nabijgekomen is.
God sloeg Zijn tent op onder de mensen. In woord en sacrament.
Het werd een plek, waar de tegenwoordige tijd even stil valt, en de eeuwigheid – door Christus geopend – even doorbreekt in het heden.
Deze oude kerk staat er nog steeds in Goudriaan.
En zelfs de oude altaarsteen – met
wijdingskruizen -is nog aanwezig.
De Bijbel gaat elke zondag open.
Bijna een jaar geleden werd ik verbonden aan deze plek.
Als predikant.
En, elke keer dat ik letterlijk “op ga” naar dit oude kerkgebouw, en de drempel overstap: ervaar ik dat: de tijd stopt.
Ik voel verbondenheid met de generaties voor mij, gelovigen en zoekers, vrouwen en mannen, adel en arbeiders, priesters en predikanten, die bij Christus schuilden voor de stormen van het leven,
gedoopt werden, trouwden, rouwden. Het leven oriënteerde op Tafel en Schrift.
Tóch schijnt er door de eeuwen heen om deze plaatselijke kerk, ook het één en ander veranderd te zijn.
In de 16e eeuw gingen de kerken in de Alblasserwaard bijvoorbeeld over naar een nieuwe orde. Mee met de Reformatie.
De priester die verbonden was aan de "vicarie en het auter" van Goudriaan
werd predikant.
Of dit van het één op het andere moment is gegaan... dat is te betwijfelen. Het is eerder geleidelijk zo gegaan.
En hoewel er op het dorp – in eerste instantie - misschien niet veel wezenlijke dingen veranderden, veranderingen langzaam gingen, werd het wel een scheuring.
Rome en Reformatie groeiden ook op het grondvlak uit elkaar. De focus ging steeds meer naar het woord. Rome werd een vijand.
En tóch. Mijn eerlijke vraag is vandaag: Is de continuiteit, de apostolische traditie, de katholiciteit op dit moment écht doorbroken? Was het een harde knip?
Ik denk van niet. Ik ervaar in ieder geval nog steeds deze lijn.
In je boek Arjan, spreek je over een kathedraal. Een prachtig beeld. Ik voel helemaal mee.
Maar vooral ook de plaatselijke dorpskerk is een teken van de ene kerk.
*
Maar. Eerlijk is eerlijk. De Reformatie werd een scheiding. Of om met Newman te spreken: Een amputatie. In het lichaam van Christus. Eigenhandig – zonder toestemming van het Hoofd – werd een deel losgemaakt. Werd er gesneden in het lichaam.
De kerk van Rome mist een deel. De kerk van de reformatie mist het andere deel.
En het ene lichaam functioneert niet meer naar behoren.
*
Wat ik als kind in de reformatorische traditie ontvangen heb, is de rijkdom van de Schrift. In kerk, gezin en het persoonlijke geloofsleven. Het brandende besef dat Christus door het Woord spreekt en de zondaar tot leven kust.
Door onderzoek naar de Rooms-Katholieke Kerk en de Oosterse Orthodoxie, mocht ik in mijn studententijd echter ook de rijkdom ontdekken van Christus die Zichzelf wezenlijk geeft in de sacramenten.
Dat het niet alleen Schrift is. Maar Tafel én Schrift.
Ik leerde ook dat de kerk een rijke traditie kent, met kerkvaders en moeders, een liturgie die niet draait om de mens, maar om de Heilige!
En Arjan, in je boek noemde je zo nog meer punten. Niet tegen elkaar, maar naast elkaar. Als verrijking. Dit is sterk.
Ik had als protestant deze ontmoeting met deze andere lichaamsdelen: rooms-katholiek en oosters-orthodox voor geen goud willen missen. Het was genade.
En die dialoog wens ik een ieder toe. Uit welke huize je ook komt.
Twee jaar geleden was ik met jongeren uit verschillende kerken in Rome. Ook kerkleiders uit verschillende tradities waren aanwezig. We baden met paus Franciscus voor de eenheid van de kerk.
Het moment dat mij echter het meest raakte, dat weekend, gebeurde niet op het St. Pietersplein, maar in de parochie waar wij te gast waren.
Als protestanten mochten we die zondag niet deelnemen aan de communie. We gingen naar voren met gekruiste armen voor een zegen.
En toen gebeurde er iets onverwachts. Sommige rooms-katholieken besloten ter plekke eucharistisch te vasten. Ook zij gingen met gekruiste armen naar voren. Uit solidariteit. Uit pijn.
Dat beeld draag ik met mij mee. Het
geschonden lichaam van Christus.
Gelovigen uit beide tradities die de pijn voelen, en die pijn niet uit de weg gaan.
En niet meer kunnen verdragen.
En misschien is dát wel de weg voorwaarts. De pijn voelen. Niet bagatelliseren. Erkennen dat we elkaar nodig hebben. En in de pijn, de Geest ruimte te geven om aan elkaar te voegen, dat gescheiden is.
Want wat is die ene kerk nodig.
In het klein, in een dorp als Goudriaan, in een achterafwijk in Rome, maar ook in het groot. Een schuilplaats in de stormen.
Een huis waar Tafel én Schrift brandpunten zijn. Een plek waar de tijd even stilstaat, en de eeuwigheid zich opent.
Dank u wel.




Opmerkingen